Werken na corona
Het (professionele) leven na corona: ervaringen en ideeën
Hoe beïnvloedt corona de toekomst? Wat is de impact op (onze kijk op) samenleven en -werken? Komt er een radicale omwenteling, waardoor de crisis het tijdelijke overstijgt? Benieuwd naar de mening van enkele professionals die eerder al in dit magazine aan bod kwamen, legden we ons oor te luisteren bij Prof. Dr. Peggy De Prins, Olivier Pintelon, Marc Van den Broeck, Tine De Moor en Sarah De Groof. Laat je inspireren!
Sociale dialoog als hefboom
Prof. Dr. Peggy De Prins
Faculty & Academic Director ‘Master in HRM’ en verbonden aan het Expertise Center ‘Next Generation Work’
“Wij kijken allemaal uit naar ‘business as usual’. Maar tegelijk schrikt het nieuwe normaal ons af. Wat als onze job niet meer hetzelfde blijkt? Wat als de combinatie werk en gezin plots een stuk gecompliceerder wordt? Ook ik heb mijn vragen en bezorgdheden. Ergens vrees ik dat ‘back to business’ algauw zal verglijden in ‘back to’ ruzie en gedoe. Toch trek ik mij op aan de overtuiging dat sociale dialoog een krachtige hefboom kan zijn om de crisis te overwinnen. Het is dé uitdaging waarvoor we samen staan: de crisis bezweren vanuit solidariteit en partnerschap, redenerend vanuit gemeenschappelijke (en geen tegengestelde) belangen. We zullen de dialoog moeten voeden vanuit voortschrijdend inzicht. Koppig vasthouden aan een initieel standpunt vloekt met de huidige, onvoorspelbare en uitdagende realiteit. Dat geldt voor beide partijen: werknemer én werkgever. We moeten onszelf mooie streefdoelen stellen: nieuwe, paritair gedragen afspraken rond thema’s als werkdruk, telewerk, opleiding en duurzame loopbanen. Ook nieuwe afspraken rond fysieke, mentale én sociale hygiëne kunnen een frisse wind doen waaien door de (post)coronadialoog.”
Recht op deconnectie en minder werken
Olivier Pintelon
Kernlid denktank Minerva en de auteur van ‘De strijd om tijd’
“Mijn echtgenote en ik combineren al weken telewerk met kinderopvang. Dat is verre van evident, ondanks de uitgespaarde verplaatsingstijd. Je kunt niet tegelijk 100% werknemer en 100% ouder zijn. Ik heb de indruk dat de ‘tweede shift’ van onbetaalde arbeid politiek en maatschappelijk lang werd miskend. Vóór corona bedroeg die shift in gezinnen met kleine kinderen 20 uur voor mannen en 32 uur voor vrouwen. Nu is dat ongetwijfeld veel meer, omdat formele opvang, opvang door de grootouders en andere hulplijnen wegvielen. ‘Never waste a good crisis’, luidt het aloud gezegde. Hopelijk zet de crisis de mismatch tussen betaalde en onbetaalde arbeid prominenter op de agenda, net als het recht op deconnectie. De grens tussen werk en privé is erg vaag geworden, met alle gevolgen van dien. De digitale tijden nopen tot nieuwe afspraken over grenzen aan arbeidstijd. Bovendien kan een dertigurenweek het werk in de zorgsector aantrekkelijker en houdbaarder maken. Voorbeelden uit Scandinavische landen tonen aan dat dit een win-win oplevert voor personeel en patiënten. Tot slot kan een kortere werkweek de gezondheids- én de economische crisis helpen bestrijden. Waar telewerk niet mogelijk is, kan arbeidsduurverkorting het virus mee onder controle houden.”
Digitale coaching: een blijver, maar met mate
Marc Van den Broeck
Directeur Centrum voor loopbaanontwikkeling
“Of ik mijn collega’s mis? Meer dan ooit. Zelfs de kantoorkoffie mis ik. En toch durf ik zeggen: ‘Godzijdank was er corona’. Van de ene op de andere dag veranderde de job van een loopbaancoach. Mensen een woordje uitleg geven en begeleiden via videochat stond wel ergens op de planning en we experimenteerden enthousiast met nieuwe tools, maar toch waren webinars, blended learning, LinkedIn en micro-targetting een ver-van-ons-bedshow. En plots móésten we die dingen wel bieden. Het lukte. Digitale coaching is een blijver, zij het met mate. Maar de situatie had natuurlijk nog gevolgen. Een nakend ontslag, een ziekte waar de werkgever plots moeilijk over doet, economische werkloosheid, telewerken, leidinggeven op afstand: werknemers willen met een loopbaancoach stilstaan bij dit nieuwe werken. Wil ik daar meer van? Hoe pak ik dat aan? Aanleidingen genoeg, dus, om samen de volgende loopbaanstap voor te bereiden. Een ideale gelegenheid om die videochat eens te proberen.”
Coöperatief naar werk kijken
Tine De Moor
Hoogleraar Sociale en economische geschiedenis Universiteit Utrecht
“Een crisis moedigt ons aan om ‘gekke ideeën’ uit te proberen. De geschiedenis biedt dan vaak inspiratie. Burgercollectieven zijn al heel wat jaren terug in opmars – van energiecoöperaties en collectieve voedingssystemen tot cohousing en zorgcollectieven. Ze hebben hun kinderziektes overwonnen en kunnen nu anderen helpen. Want een coöperatieve aanpak zou de impact van de crisis weleens kunnen lenigen. Door de werkloosheidscijfers zullen we anders naar werk moeten kijken. Misschien gaan mensen aan ‘income pooling’ doen; vele kleine banen of ‘gigs’ combineren. De ‘gig economy’ groeide de laatste tijd enorm door platformen als Uber. Maar intussen ontstonden er ook al tal van coöperatieve platformen. Het fenomeen is vrij nieuw, en heel wat zaken rond werknemersrechten zijn nog onduidelijk. Mogelijk doet de crisis ‘platform coops’ uitgroeien tot een volwaardig alternatief voor de platformen die weinig tot geen rekening houden met de rechten van wie voor hen werkt. Bovendien groeit de interesse voor de werknemerscoöperatie, die in negentiende eeuw wel populair was, maar nu ook een uitweg kan bieden voor bedrijven die niet langer in staat zijn vers kapitaal aan trekken. Het gebeurde al eens – maar niet zo vaak – dat werknemers een familiebedrijf overnamen om het voortbestaan te garanderen. Daar staat wel tegenover dat zo’n bedrijf heel anders gaat werken. Er zijn genoeg voorbeelden die tonen dat zoiets mogelijk is. Conclusie? Burgerparticipatie is in het beleid en de politiek tegenwoordig een hot issue. Mogelijk zorgt de crisis ervoor dat dit ook in het bedrijfsleven een belangrijke rol gaat spelen.”
Telewerk blijft de norm
Sarah De Groof
Plaatsvervangend docent KU Leuven en senior consultant Acerta
“Wanneer ik dit schrijf, zijn we negen weken ver in de (halve) lockdown. Negen weken waarin ik, net als vele anderen, goochelde met werk, werkuren en telewerk. Maar ook weken waarin we nog eens ‘s middags met het gezin aten en gezelschapsspelletjes speelden. Ik ontdekte wat mijn zoon van zeven eigenlijk leert op school en besliste dat ik het niet erg vind als mijn dochter van vijf niet recht leert knippen. Wat ik hier nu uit leerde? Dat ik blij ben dat ik mocht goochelen. De Europese onderzoeksinstelling Eurofound bevroeg tot op 30 april meer dan 85.000 burgers in Europa. Wat blijkt? Vooral jongeren voelen zich eenzaam. Vooral zij die niet (konden) werken, voelen zich gespannen. En ook: Belgen telewerkten opvallend meer en leverden minder werkuren in dan de andere Europeanen. Ik hoop dus dat telewerk zijn grote doorbraak kent, maar niet zoals nu. Er is een limiet aan het gegoochel, zowel voor mij als mijn werkgever. Laat ons daarom telewerk 2.0 nu beginnen vormgeven. Zelfs Marc van Ranst is van plan om in de toekomst meer te telewerken met zijn team.”