OP DE DREMPEL VAN DE ARBEIDSMARKT

In juni studeren weer duizenden jongeren af. Hoe kijken zij naar hun toekomst? Wat verwachten ze van hun job en loopbaan?

Tia Spiessens vindt het wel spannend om binnenkort op zoek te gaan naar een job. Ze is nog niet aan het solliciteren. De focus ligt nu nog op haar schoolwerk. Maar ze maakt zich niet al te veel zorgen over een job. “Dat komt wel goed. Mijn diploma sociaal-juridische dienstverlening biedt voldoende mogelijkheden in de richting van knelpuntberoepen.”

 

“Ik word blij als ik mensen kan helpen”

 

Ze vraagt zich wel af waar ze zal terechtkomen. “Hoe vind ik een werkgever die bij mij past,” vraagt ze zich af. Want ze wil vooral grààg gaan werken. “Een goede sfeer vind ik heel belangrijk. Goede collega’s, want daar zit je dagelijks mee op kantoor. Dan is het wel van belang dat het een beetje klikt,” legt ze uit. “Net zoals een werkgever die zijn of haar team goed aanstuurt, maar ook actief luistert naar wat die medewerkers aanbrengen.”

Ook de jobinhoud moet kloppen. “Ik heb deze opleiding gevolgd omdat ik mensen wil helpen. Ik wil ze de weg wijzen naar hun rechten door de soms complexe wetgeving. Of ik wil ze correct verwijzen naar diensten of organisaties die hen gericht kunnen helpen. Dat is wat ik wil doen. Tijdens mijn stage merkte ik dat ik echt blij wordt als ik daar in slaag. Die sociale component wil ik dus zeker terugvinden in mijn werk.”

En loon? “Goh, het loon moet óók goed zijn natuurlijk,” lacht ze. “Maar ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat ik aan een startersloon zal beginnen. En dat is ok.”

Binnenkort begint ze aan haar professionele loopbaan. Voor de komende pakweg 40 jaar. Ze lacht bij die opmerking. “De tijd vliegt. Zeker als je in je job kan doen wat je nauw aan het hart ligt. En dat ben ik van plan.”

Rumeysa Avci is klaar om als marketeer het bedrijfsleven in te stappen. Maar helemaal gerust is ze er niet in. “Ze vragen overal mensen met ervaring, en die heb ik als schoolverlater natuurlijk niet.” Bovendien hoopt ze dat haar buitenlandse afkomst haar geen parten zullen spelen bij werkgevers of collega’s. Die vrees hangt als een donker wolkje boven haar ambitie.

Maar ze laat die gedachte vooral niet te veel aan haar hart komen. Ze heeft er zin om aan de slag te gaan. “Ik weet wat ik kan. Ik ben klaar voor een job.”

Die hoopt ze te vinden in een niet te autoritair bedrijf. “Dat zou ik echt niet leuk vinden. Ik functioneer best in een structuur waar ik met collega’s samen iets kan betekenen, waar ik waardering voel. Dat motiveert me meer dan een strenge baas. Pas op, discipline is nodig. Dat weet ik wel. Maar dat is iets anders dan autoritair leiderschap.”

 

“Waardering motiveert me meer dan een strenge baas”

 

In haar sollicitaties wil ze daarom wel wat kieskeurig zijn. “Want het gaat om mijn toekomst. Ik hoop bij mijn werkgever een lange carrière uit te bouwen. Dus kan het maar best klikken tussen mij en het werk.”

Maar bij die lange carrière maakt ze meteen één kanttekening. “Mijn echte droom is een eigen bedrijf. Een restaurant met lounge,” droomt ze luidop. Staat die droom niet wat ver van haar marketingopleiding? “Niet echt. Ook daar zal ik mijn marketingskills goed kunnen gebruiken. Ik merk dat heel veel van mijn vrienden en kennissen graag ‘eigen baas’ willen worden. Dat leeft echt bij jongeren.” Dat een eigen zaak ook een groot risico betekent, schrikt haar niet meteen af. “Ik wil het echt wel proberen. Als het dan mislukt, is dat voor mij prima. Maar het niet proberen, zou ik jammer vinden…”

Evan Wauters zit in zijn laatste stageperiode. Of hij daarna al meteen op zoek gaat naar werk, is nog geen uitgemaakte zaak. “Misschien wil ik eerst nog wel iets bijstuderen,” legt hij uit. Maar even goed begint hij er toch aan, om eventueel later nog een bijkomende opleiding te volgen.

 

“In een goed team kan je terecht bij je collega’s”

 

Zijn stage heeft hem alleszins geleerd dat werken toch wat anders is dan de schoolbanken. “Een schoolrooster is nog wat anders dan elke dag gaan werken,” vertelt hij. Niet dat het hem tegenviel. Het was en is een leuke en verrijkende ervaring. Toffe collega’s, afwisselend werk. Zo wil hij het later ook. “Afwisseling in mijn job vind ik heel belangrijk. Ik zie me geen hele dagen administratie doen. Maar het hoort er wel bij. Ik word liever uitgedaagd om uit mijn comfortzone te komen.”

Daarnaast hoopt hij op voldoende flexibiliteit. “Niet dat ik echt shiften of nachtwerk zoek,” lacht hij. “Maar ik wil wel de nodige vrijheid om mijn werk te organiseren in balans met mijn privé leven. Op mijn stageplek zie ik hoe dat kan. De ene keer werken we eens wat langer door of hebben we nog een gesprek in de vooravond, maar een andere keer beginnen we dan wat later. Dat vloeit eigenlijk mooi in elkaar. Dat is ideaal voor mij.”

Hij beseft dat hij als nieuweling wellicht nog veel zal moeten leren ‘on the job’. Maar met een goed team en een goede omkadering ziet hij dat helemaal zitten. “In een goed team kan je terecht bij collega’s voor steun en advies. Dat zal in het begin zeker nodig zijn. Want als beginneling moet je nog veel leren. Ik hoop dat ik fouten mag maken, maar toch vertrouwen krijg om zelfstandig dingen aan te pakken. Zo leer je het meest.”

Never Work Alone 2022 | Auteur: Jan Deceunynck | Foto: Daniël Rys