Klimaat en mensenrechten in de balans

Ook bedrijven hebben maatschappelijke verantwoordelijkheid

Ondernemen is meer dan een economisch project. Ondernemen is ook een maat­schappelijk project waarbij de hele samen­leving betrokken is. Een ondernemer moet, zoals alle burgers, ook maatschappelijke gedragscodes respecteren in verband met diversiteit, milieu, mensenrechten en corruptie.
Nieuwe wetgeving

Op 11 september 2017 verscheen in Het Belgisch Staatsblad de Wet van 3 september met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit. Deze wet is gebaseerd op de Europese Richtlijn 2014/95/EU.

Hij verplicht grote ondernemingen en organisaties van openbaar belang met meer dan 500 werknemers tot het opstellen van een niet-financiële verklaring. De wet richt zich dan meer bepaald op beursgenoteerde ondernemingen, kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen.

In de praktijk verplicht de wet hen om de resultaten, de positie en de gevolgen van hun activiteiten bekend te maken m.b.t. de sociale, de personeels- en milieu-aangelegenheden, de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van corruptie en omkoping. Hoe dat moet gebeuren, daar wordt nog een potje over gediscussieerd – onder meer in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB).

Bij het uitvaardigen van de richtlijn had de Europese Unie een niet-exhaustieve lijst van mogelijke kadermodellen gepubliceerd. Een aantal van deze modellen behandelen duidelijk maar een deel van de materie (bv. enkel milieu) die in het Rapport m.b.t. de niet-financiële informatie moet opgenomen worden.

ACV-standpunt

Centraal is de vraag welke rapporteringsnorm je best hanteert als het over maatschappelijke thema’s gaat. De voorkeur van het ACV gaat uit naar het Global Reporting Initiative (GRI). GRI is een internationale organisatie die bedrijven en overheden over de hele wereld helpt om hun impact op kritieke duurzaamheidskwesties, zoals klimaatverandering, mensenrechten, bestuur en sociaal welzijn, te begrijpen en te communiceren. Daarvoor hanteren zij zogenaamde multi stakeholdersstandaarden (https://www.globalreporting.org/standards/).

GRI is een rapportering die het best voldoet aan de verwachtingen van het ACV om verschillende redenen:

  • Het is een volledig model: qua inhoud omvat het alle onderwerpen waarover moet gerapporteerd worden. Het gaat zelfs ruimer dan de wettelijke voorschriften.
  • Het is internationaal zeer bekend en al gebruikt door 87% van de ondernemingen in België die vrijwillig een rapport maken.
  • Het is een flexibel model: dit betekent dat men voor bepaalde onderwerpen waarover men meer in detail wenst te gaan kan gebruik maken van een meer specifiek model en dat perfect kan inpassen in het GRI-model (bv. voor rapportering over CO2-emissie verwijzen naar een meer specifiek milieumodel zoals Carbon Disclosure Project).
  • Het heeft een duidelijke structuur: alle onderwerpen hebben een nummer zodat je voor vergelijkingen vrij snel in het verslag het gezochte onderwerp kan terugvinden.

Daarnaast wil het ACV dat de ondernemingen verplicht rekening houden met de (niet bindende) richtsnoeren die de EU publiceerde op 5/7/2017. Onder meer dat het een rapportage is gericht naar de stakeholders, een beschrijving moet omvatten van het beleid met de zorgvuldigheidsprocedures en de voornaamste risico’s en het beheer ervan.

VBO-standpunt

Tot op vandaag blijft men dus discussiëren over de vorm van rapporteren. Het VBO is niet te vinden voor een al te beperkende lijst van rapporteringsmodellen en ziet liever volledige vrijheid voor de ondernemingen. Bovendien is er geen datum vooropgesteld binnen dewelke een advies van de CRB verwacht wordt. Het VBO maakt hier dan ook gebruik van om af te wachten en de zaak op de lange baan te schuiven.

En last but not least, voor het VBO betekent de formulering uit de wet: “de Koning kan een lijst… opstellen”, dat een lijst met mogelijke kaderregelingen niet noodzakelijk moet opgesteld worden.

Laat ons niet wachten

Ondanks de aanslepende discussie over de vorm is het duidelijk dat de wetgeving perspectieven opent voor wie maatschappelijk verantwoord ondernemen ernstig neemt. Ze opent perspectieven om het gesprek aan te gaan binnen de ondernemingsraad rond thema’s waarmee we als vakbond al langer bezig zijn zoals: fraude, klokkenluiders, milieu, vrouwen in de Raad van Bestuur, exuberante vergoedingen voor het management…

Zeker in die ondernemingen, die GRI nu reeds gebruiken als instrument, kunnen de werknemersafgevaardigden het initiatief nemen om de informatie te gebruiken en te bespreken. Ze kunnen wijzen op de voordelen van GRI en deze manier van rapporteren promoten.

Tot nader order is de verplichting alleen van toepassing voor grote en beursgenoteerde bedrijven. Laat ons ervoor ijveren dat de maatschappelijke criteria snel veralgemenen en de norm worden.

Auteur: Frans Geerts | Foto: Shutterstock