Een betekenisvol IPA als eerste stap
Een ander beleid is mogelijk
2019 wordt een belangrijk jaar. Laat ons hopen dat het ingezet wordt met een nieuw tweejaarlijks interprofessioneel akkoord (IPA). Daarin bespreken de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers uit de privé sector (de Groep van 10 genaamd) elke twee jaar samen de evolutie van de lonen, de koopkracht, de werkgelegenheid, de vervangingsinkomens … Deze akkoorden worden nadien verfijnd in nationale of sectorale cao’s, in wetten en besluiten. “Een goed IPA is dus cruciaal om in sectoren en ondernemingen goede akkoorden te realiseren die een antwoord bieden op de maatschappelijke uitdagingen van morgen,” legt Stefaan Decock, algemeen secretaris van de LBC-NVK, uit.
Ook dit jaar kan het belang van het IPA nauwelijks overschat worden. Werknemersrechten staan meer dan ooit onder druk. Stefaan Decock: “Herhaaldelijk hebben we moeten vaststellen dat de regering maatregelen nam die het beschermend karakter van de sociale zekerheid terugschroefden: de regels i.v.m. werkloosheid, ziekteverzekering, pensioen, tijdskrediet werden scherper gesteld. Telkens gaven de ministers aan dat er voor deze maatregelen geen alternatief was, maar aan de andere kant voerden ze zonder schroom de budgettair niet gedekte taxshift door en plannen zij de verlaging van de vennootschapsbelasting”.
Nochtans zijn de signalen duidelijk. Steeds meer werkenden kampen met ‘nieuwe’ risico’s als werkdruk, stress, de combinatie werk-privé en het opnemen van zorgtaken. De regering antwoordde niet met ‘werkbaar werk’ maar kwam aanzetten ‘wendbaar’ werk.
De tabellen over langdurig zieken pieken. Stefaan Decock: “We hebben het als vakbond moeilijk met een regering die haar beleid te eenzijdig afstemt op de wensen en verzuchtingen van werkgevers. Te veel beleidsbeslissingen overrulen de uitkomsten van het sociaal overleg. Deze regering luistert te weinig naar onze agenda en de maatschappelijke keuzes die wij maken. Ook wij willen een sterke economie, maar onze finaliteit ligt niet alleen maar in het maken van winst! Wij ijveren voor een economie die welvaart en welzijn creëert voor iedereen op materieel maar ook op immaterieel niveau én dus niet alleen winst voor aandeelhouders. Het IPA kan en moet de inzet van mensen, en hun aandeel in de creatie van welvaart en welzijn, honoreren!”
“Het interprofessioneel akkoord kan en moet de inzet van mensen, en hun aandeel in de creatie van welvaart en welzijn, honoreren!”
Primaat van de politiek of participatie?
2019 is niet alleen een IPA-jaar, maar ook een verkiezingsjaar. Op lokaal niveau zijn de verkiezingen achter de rug, maar starten nu overal nieuwe coalities. Regionaal, federaal en Europees volgen de verkiezingen in mei dit jaar. “Een belangrijk moment, ook voor de vakbond,” legt Decock uit. “Want de verkozen politici zullen het klimaat en het ruimere kader bepalen waarin werknemersrechten worden opgebouwd of afgebroken. Verkiezingen zijn een uitgelezen moment om het gevoerde beleid tegen het licht te houden en keuzes te maken voor de toekomst.”
“Als vakbond kiezen we voor een inclusieve maatschappij waarin gelijkwaardigheid, solidariteit en herverdeling een centrale plaats innemen. Dat is onze kerntaak. Om dat te bereiken beschikken wij over verschillende instrumenten. We overleggen met de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad, de paritaire comités en de ondernemingen. Daar nemen wij rechtstreeks onze verantwoordelijkheid op. Maar de politieke besluitvorming moet deze akkoorden respecteren,” verzucht Decock. En daar blijkt het schoentje wat te knellen. “Politici schermen met het zogenaamde ‘primaat van de politiek’. Dat komt erop neer dat verkozen politici tijdens hun mandaatsperiode geen rekenschap moeten geven over hun beleid. Maar dat klopt niet. Verkozen zijn is geen alibi om participatie af te blokken. Vakbonden en sociale partners hebben ook hun rol in het Belgische democratisch model”.
Er is wel degelijk ruimte voor een betekenisvol IPA
Kwatongen beweren wel eens dat de bonden te veel zouden opkomen voor verworven rechten uit het verleden en te weinig naar de toekomst zouden kijken. Nochtans worden medewerkers en militanten van ACV Kader bijna dagelijks aangesproken door kaderleden die op zoek zijn naar een werkbare work-life balans, die geconfronteerd worden met de impact van digitalisering, die grensoverschrijdend werken, die wensen te weten wat voor hen een eerlijk en marktconform loon is, … Actuele thema’s, die een plaats verdienen in het IPA.
“Wie zegt dat er geen ruimte is voor een betekenisvol IPA, doet de waarheid geweld aan,” weet Decock. “Er zijn wel degelijk argumenten die onze verzuchtingen versterken. De cijfers van de Nationale Bank geven aan dat het loonaandeel in de privésector daalt, terwijl de winsten uit aandelen jaar na jaar toenemen. Dat er geen geld is voor loonsverhogingen, is dus een vals argument. En uit de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, die moet adviseren over de concurrentiepositie van België tegenover zijn buurlanden, horen we echo’s dat de marge voor loonsverhogingen neigt naar 0%. Niettemin zijn er nog Europese instanties die becijferden dat de reële koopkracht in België in 2017 daalde met 0,8% terwijl de productiviteit met 0,6% toenam. Ook dat geeft ons recht van spreken.”
“Europese instanties becijferden dat de reële koopkracht in België in 2017 daalde met 0,8% terwijl de productiviteit met 0,6% toenam. Dat geeft ons recht van spreken.”
Decock pleit daarom voor een IPA dat inspeelt op de maatschappelijke uitdagingen van morgen en de nadruk legt op werkbare en kwaliteitsvolle loopbanen. “We hebben nood aan een evenwichtig loopbaandebat over generaties heen en waarin jong en oud met elkaar verbonden worden. Dat impliceert goeie startcontracten voor jongeren maar ook eindeloopbaanregelingen vanaf 55 jaar en afspraken rond transities als de digitalisering, milieuzorg en groene economie.”
‘Onze’ sociale zekerheid … daar weet je best alles van!
Besparen op sociale zekerheid is geen typisch Belgisch fenomeen. Ook in het buitenland zien sommige politici in de sociale afbraak een middel om hun nationale economie te ‘versterken’. Of ze wijzen beschuldigend naar anderen die het systeem vermeend onbetaalbaar maken: de vluchtelingen, de Europese instellingen, de buurlanden, de zwakkeren …
Solidariteit wordt steeds vaker openlijk in vraag gesteld
Toch gelooft Decock niet dat dit de mening vertolkt van de meerderheid van de bevolking. “Ik geloof nooit dat de grondstroom in Vlaanderen en België ons model van sociale welvaart fundamenteel ter discussie stelt. Maar wij moeten ons realiseren dat het bouwwerk kwetsbaar is en dat solidariteit in ieders belang is. Angst voor de toekomst regeert waar kennis en inzicht afwezig is. In dit milieu vinden populisten een gretige voedingsbodem. Bij de politieke verkiezingen laten we clichés en vooroordelen best achter ons en maken we een keuze voor de toekomst. We zullen moeten opkomen voor ons model van sociale zekerheid!”
Toekomst sociale zekerheid
LBC-NVK geeft in samenwerking met uitgeverij Epo het boek ‘Welke toekomst voor onze sociale zekerheid’ uit. Dat blikt terug én vooruit op de sociale zekerheid.
28 december 1944. Het stof van de Tweede Wereldoorlog is nog aan het wegtrekken als werkgevers en werknemers in Brussel “de Besluitwet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders” ondertekenen. De sociale zekerheid wordt een van de meest ambitieuze projecten uit de vaderlandse geschiedenis: er komt een verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, werkloosheidsverzekering én jaarlijkse congé.
Precies vijfenzeventig jaar later maakt ‘de kathedraal van de werkende bevolking’ zich op voor een verjaardagsfeest. Maar valt er veel te vieren? Als deze regering nog vier jaar voordoet, blijft er niks meer over, zeggen vakbonders. Zeker is: de sociale zekerheid staat op een kruispunt. Waarheen?
In dit boek laten ACV-voorzitter Marc Leemans en LBC-NVK-voorzitter Stefaan De Cock stemmen uit de meest diverse hoeken van de samenleving aan het woord. Ze doen dat vanuit het idee: de vakbond wil luisteren.