ECONOMIE VAN HET GENOEG

Jonas Van der Slycken is een econoom zoals je ze niet verwacht. Geen klassieke verdediger van de vrije markt, maar een verdediger van de ‘economie van het genoeg’. Het boek ‘Genoeg voor iedereen’ dat hij daar recent over schreef en verscheen bij Standaard Uitgeverij gaat verder op het onderzoek dat hij voerde in het kader van zijn doctoraat. In het boek verwijst hij op een economisch onderbouwde manier het klassieke streven naar groei naar de prullenmand en serveert hij het BBP af als een slechte indicator van de welvaart. Boeiende ideeën waar we wel wat meer over wilden weten.

Wat bedoel je precies met de economie van het genoeg?

Van der Slycken: “De economie moet ervoor zorgen dat iedereen genoeg heeft en een goed leven kan leiden. Die economische visie staat tegenover de economie van de groei die altijd streeft naar meer. ‘Genoeg’ gaat uit van de achterliggende gedachte dat de economie moet zorgen voor mens en planeet, voor welzijn en rechtvaardigheid. Om die doelstellingen te halen moeten we groei durven loslaten.”

Impliciet zeg je dan dat de huidige economie onvoldoende aandacht heeft voor mensen en planeet.

Van der Slycken: “Absoluut. We zijn niet echt goed bezig voor zowel mens als planeet. We gaan volop over de planetaire grenzen, maar ook het mens-zijn verdient een bredere invulling. We hebben een florerende economie nodig die mensen ondersteunt om beslissingen te nemen die goed zijn voor hun welzijn. De economie moet in dienst staan van mens en planeet en niet andersom. Want voor de huidige groeieconomie betalen we een hoge prijs. Denk maar aan milieu en klimaat. En aan welvaartsziekten als depressie en burn-out. Het zijn symptomen van een economie die kwantitatieve groei voorop zet.”

In dat kader pleit je voor algemene arbeidsduurverkorting.

Van der Slycken: “Ik denk dat we moeten gaan naar een dertigurenweek voor iedereen. Werk is belangrijk in het leven van mensen, maar daarnaast heeft de mens achter de werkkracht ook nood aan tijd om te ontspannen, voor familie en vrienden, om te zorgen voor anderen, met vrijwilligerswerk bezig te zijn of nog heel wat andere dingen. Een kortere werkweek kan helpen om wat gas terug te nemen en te focussen op dingen die er echt toe doen.”

Zie je die arbeidsduurverkorting met loonbehoud?

Van der Slycken: “Het antwoord op die vraag heeft veel nuancering nodig. Door efficiënter te werken kan je wellicht wel wat productiviteitswinst maken. En dan wordt loonbehoud mogelijk. Maar ik zou vooral ook willen inzetten op meer en betere publieke basisdienstverlening en collectieve voorzieningen waar niet noodzakelijk veel geld voor nodig is . Als we materiële basisbehoeften uit de monetaire sfeer wegtrekken, hebben meer mensen ‘genoeg’ met minder loon. Dat geldt zeker voor mensen met een goed loon. Voor mensen met lage lonen is het natuurlijk anders. Voor die groepen is loonbehoud, of zelfs het optrekken van de lonen, essentieel.”

Vrees je niet dat meer vrije tijd zal leiden naar nog meer belasting van de planeet? Loeren snelle vliegreisjes en ander niet al te ecologisch vermaak niet op de hoek?

Van der Slycken: “In mijn boek zitten ook voorstellen die op inspelen op die groene transitie, zoals het uitfaseren van fossiele brandstoffen en extra belasting voor frequent flyers. We moeten mensen stimuleren om de vrije tijd duurzaam en lokaal te gebruiken zoals volkstuintjes en meer groen in de buurt. Door gerichte maatregelen laten we het welzijn van de mens en een ecologische verschuiving samen gaan.”

 

Goed levenis niet hetzelfde als ‘materiële groei’ 

 

Je bent geen voorstander van het bruto binnenlands product of BBP als graadmeter van de welvaart. Wat is daar mis mee?

Van der Slycken: “Het BBP meet de markttransacties van goederen en diensten. Elke markttransactie doet het BBP oplopen. Het biedt een bijzonder beperkt perspectief omdat het enkel de markt bekijkt. Bovendien ziet het elke marktactiviteit als positief – of ze nu bijdraagt aan ons welzijn of niet. Uitgaven voor of door vervuiling dragen op die manier bij tot onze groei. En het BBP kent geen waarde toe aan een bos, behalve wanneer het gekapt wordt. Het houdt ook geen rekening met de ongelijke verdeling van inkomens en consumptie. En het meet geen niet-betaalde arbeid. Het BBP geeft een heel vertekend beeld van onze welvaart.”

Wat is een betere indicator?

Van der Slycken: “In mijn doctoraat heb ik de Index voor Duurzame Economische Welvaart bestudeerd. Die houdt wel rekening met al die aspecten die het BBP niet meerekent, zoals bijvoorbeeld de verschillen tussen arm en rijk. Honderd euro extra levert minder toegenomen welvaart op voor iemand die vierduizend euro heeft dan voor iemand die onder het leefloon zit. En ook de kosten van vervuiling en klimaat worden erin verrekend, terwijl het BBP deze kosten over het hoofd ziet. Terwijl het BBP de gemiddelde Europese welvaart nog altijd ziet stijgen, toont deze alternatieve indicator dat die welvaart sinds het begin van deze eeuw stagneert. Het is belangrijk om dat te weten. Want economisch beleid moet zich baseren op correcte indicatoren.”

Voorstanders van groei stellen dat sociaal beleid niet mogelijk is zonder groei. Hoe zie jij dat?

Van der Slycken: “Ik vind het een beetje een smoesje. Natuurlijk heeft de groei ons veel gebracht. Maar het zorgt niet voor een eerlijke en inclusieve verdeling. Er vallen nog altijd mensen uit de boot en vooral de armsten wonen op plekken met veel luchtvervuiling en zijn de eerste slachtoffers van extreme weerfenomenen. Daar gaat groei niets aan veranderen. Sterker nog, voorstanders van groei blijven vaak blind voor sociale maatregelen zoals een vermogensbijdrage omdat dit groei in de weg zou staan.”

Zijn mensen wel vatbaar voor degrowth? Zit streven naar groei niet in de mens ingebakken?

Van der Slycken: “Ons bestaande idee over groei is een vertaling van de huidige maatschappijnorm. Maar als je doorvraagt wat ‘goed leven’ voor iemand betekent, krijgt het antwoord niet altijd een materiële invulling. Als mensen op hun sterfbed vertellen waar ze spijt van hebben, komen meestal geen materiële dingen naar boven, maar kwalitatieve aspecten die ze gemist hebben. Maar het bestaande groeidenken doorbreken, is niet altijd gemakkelijk. Daarom probeer ik dat in mijn boek meer tastbaar te maken.”

Zie je een evolutie in het denken over groei?

Van der Slycken: “Toch wel. Maar ik zou het liever sneller zien gaan. Het is moeilijk om de dominante hoofdstroom van richting te doen veranderen, maar de onderstroom verschuift. De milieu- en de vakbeweging hebben nog wel wat werk om de stroom helemaal te doen keren.”

Never Work Alone 2023 | Auteur: Jan Deceunynck | Afbeelding: Fotodromos