BRUGGEN BOUWEN TUSSEN WERKNEMER & WERKGEVER
In juni trok de zorgsector aan de alarmbel. Door een tekort aan personeel wordt het steeds moeilijker de zorg rond te krijgen. Dat voelt ook Ingrid Hoeben. Ze coördineert de opnameplanning in het Heilig Hartziekenhuis in Leuven. “Meer dan vroeger moeten we bedden sluiten omdat er te weinig personeel beschikbaar is,” vertelt ze. “Corona heeft veel gevraagd van onze medewerkers. Daar voelen we nog altijd de weerbots van.”
Ingrid werkt nu elf jaar in het ziekenhuis. Van opleiding is ze eigenlijk opvoedster, maar na een onderbroken carrière om voor haar kinderen te zorgen, startte ze in het ziekenhuis. Ze begon als onthaalmedewerker, maar klom stelselmatig hoger in de personeelshiërarchie. Sinds drie jaar coördineert ze nu de opnameplanning.
Pittige start
Dat was wel pittig in het begin, herinnert ze zich. “Het is puzzelen, logisch nadenken. Maar het is nu ook weer geen hersenchirurgie he,” lacht ze. “Er komt ook veel onderhandelen bij kijken met de verschillende betrokkenen. Maar dat ligt me wel. Coördineren en leiding geven zijn talenten die ik de voorbije jaren bij mezelf ontdekt heb. Dat zou ik nog wel wat meer willen doen. Want op dit moment moet ik door personeelstekort nog te vaak zelf mee planningen opmaken en kom ik niet altijd toe aan coachen of schiet het teamwerk erbij in. En dat is wel jammer.”
Ingrid startte in haar nieuwe functie net voor corona het hele hospitaal op zijn kop zette. “Die periode was enorm zwaar. Uiteraard voor het medisch personeel, maar ook voor de ondersteunende diensten. Zonder verpleegkundige, geen hospitaal. Maar zonder de ondersteunende diensten natuurlijk óók niet. Het was pittig voor iedereen.”
“De onderhoudsafdeling moest de bedden en kamers schoonmaken, de technische dienst moest scheidingswanden plaatsen om cohorte afdelingen te maken, leidinggevenden hadden de handen vol met werkroosters aan te passen en zieke collega’s te vervangen. En wij van de opnameplanning moesten steeds planningen omgooien omdat afdelingen werd gesloten om coronabedden vrij te maken of andersom. Het vergde van iedereen een enorme flexibiliteit.”
“Geen ziekenhuis zonder verpleegkundigen, maar ook de ondersteunende diensten verdienen aandacht.”
Personeelstekort
Ook nu nog zorgt de nasleep van corona voor kopbrekens. “Er zijn nog altijd relatief veel collega’s ziek omwille van de crisis. Andere collega’s hebben de sector verlaten. Nu begint het terug te normaliseren, maar corona is zwaar geweest. Eerst moesten we afdelingen voorbehouden voor corona-patiënten, nadien werd onze capaciteit beperkt door personeelsuitval.”
Ook één van haar eigen teammedewerkers is intussen al een hele tijd uitgevallen. En in een klein ziekenhuis, met kleine teams, betekent dat ook voor de teamleader extra werk bovenop het gewone pakket. “Momenteel steek ik het meest tijd in de opnameplanning zelf. Maar daarnaast is er ook nog een heel pak ander werk: communicatie met de patiënt, de hele opnameflow optimaliseren en digitaliseren via een app… “
Het personeelstekort is dan ook een van de belangrijkste thema’s in het sociaal overleg, waar Ingrid sinds 2020 deel van uitmaakt. “Het personeelstekort is niet zozeer een probleem van instroom dan wel van behoud. Er beginnen geregeld nieuwe collega’s. De instroom is enkel een probleem in een aantal specifieke diensten zoals de geriatrie. Daar vinden we moeilijk volk voor.” Maar personeel vasthouden ligt moeilijker. “Zeker verpleegkundigen kunnen tegenwoordig jobhoppen. Een aantal gaat als zelfstandige aan de slag, anderen grijpen hun kans om elders als hoofdverpleegkundige te beginnen.”
“Corona was heel heftig. Eerst moesten we afdelingen omvormen voor coronapatiënten, nadien werd onze capaciteit beperkt door personeelsuitval.”
Creatief zoeken naar oplossingen
Dus zoeken ze samen met de werkgever naar andere manieren om een aantrekkelijke werkomgeving te zijn. “Om het personeelstekort op te lossen, moeten we creatief zijn. De lonen liggen vast. Daar kan je niet veel mee. Er iets bovenop doen is niet eenvoudig,” weet Ingrid. Een belangrijke troef van het Heilig Hartziekenhuis is de kleinschaligheid en de gemoedelijkheid die daarmee gepaard gaat. “Met ongeveer 200 bedden zijn wij een kleine regionale speler. En dat heeft zijn voordelen. Het gaat er hier toch wat persoonlijker aan toe dan in grote ziekenhuizen. Dat spreekt mensen wel aan. Betere werktijden en een goede regeling voor de overuren zijn thema’s die leven. Daar proberen we als vakbond ook op in te zetten.”
In het sociaal overleg probeert ze door haar rol in het management van het ziekenhuis een verschil te maken. “Die dubbele rol vind ik wel fijn. Ik probeer altijd bruggen te bouwen tussen de werkgever en de achterban. Als leidinggevende zit ik dan wel in een goede positie. Ik ken de besluitvorming en kan dingen beter kaderen naar de achterban. Maar ook tegen de directie. Omdat ik de mensen ken, is het voor mij makkelijker om te zeggen wat er gezegd moet worden. Ik probeer altijd samen te werken om tot een betere werkomgeving te komen. Dat wil iedereen toch? Natuurlijk zijn er soms tegengestelde belangen. Soms krijgt de werkgever zijn zin, af en toe wij. Maar het overleg wordt wel vrij goed gerespecteerd.”
“Ik probeer altijd bruggen te bouwen tussen de werkgever en de achterban. Als leidinggevende zit ik dan wel in een goede positie. Omdat ik de mensen ken, is het voor mij makkelijker om te zeggen wat er gezegd moet worden.”
Inleving
Ook zijn er soms spanningen tussen de diverse personeelsgroepen. “Heel veel aandacht gaat naar de verpleegkundigen. En terecht, want die hebben een heel zware job. Maar ook nevendiensten verdienen aandacht. Vaak wordt de hardste strijd gevoerd vanuit de verpleging. Dan voelen de andere diensten zich wat opzij gezet. En omdat de arbeiders in het ziekenhuis een minderheid zijn, krijgen zij soms het gevoel dat hun bekommernissen weinig aan bod komen. Het vergt soms wel wat inlevingsvermogen om alles voldoende aandacht te schenken,” heeft Ingrid gemerkt. “Het is belangrijk dat we als werknemersgroep samen op één lijn staan. Alleen zo gaan we vooruit.”
Never Work Alone 2022 | Auteur: Jan Deceunynck | Foto: xxx