Op kantelmomenten in je loopbaan heb je lucht en licht nodig

Een gesprek met Charles Ducal

Uit het leven gegrepen

Op een zeker ogenblik krijgt hoofdverpleegkundige Marianne te horen dat ze zal ontslagen worden. Ze had dit helemaal niet zien aankomen en is er ondersteboven van. Ze wil heel graag de reden van het ontslag kennen. Alles scheen zo vlekkeloos te verlopen. Met moeite herinnert ze zich een schijnbaar onbenullig meningsverschil met een directielid van het ziekenhuis. Ze had toen een kritische kanttekening gemaakt bij het aankoopbeleid en dat werd haar blijkbaar niet in dank afgenomen. Ze voelt aan dat er nu een rekening wordt vereffend en dat haar veilige en vertrouwde professionele werkomgeving haar ontnomen wordt. Na vele jaren dienst zal ze nu elders moeten herbeginnen.

Didier voelt zich alsmaar meer vervreemden van de commerciële job die hij uitoefent en overweegt een andere loopbaan. Hij doet al heel lang vrijwilligerswerk in een centrum voor palliatieve thuiszorg en voelt zich zeer betrokken bij de gesprekken met mensen die voor hun levenseinde staan. Als er een vacature komt aarzelt hij niet. Zijn collega’s reageren aanvankelijk heel verwonderd op zijn plotse ontslag, maar als hij die keuze uitlegt aan vrienden krijgt hij alleen maar positieve reacties.

Alleen de namen zijn gewijzigd maar de situaties zijn authentiek. Veel mensen stellen zich vragen bij hun werksituatie. Soms volstaat een klein incident om een proces van zelfreflectie in gang te zetten. Antwoorden liggen niet altijd voor de hand omdat ze vaak te vinden zijn in de sfeer van waarden, zingeving en bezieling. Een reflectieoefening werpt je terug op ‘jezelf’ en dwingt je tot een benadering die ook je context omvat. Partner, familie, vrienden en uiteindelijk je visie op de samenleving maken deel uit van dit contextverhaal. Zonder openheid, energie en een flinke portie zuurstof is er geen beginnen aan.

Lucht en zuurstof geven levenskracht en plaatsen de kleine ‘ik’-figuur in een ruimer daglicht. Tenminste als je er zelf open voor staat. Over dit buiten jezelf treden schreef Charles Ducal een heel mooi gedicht. We hadden er een gesprek over met de schrijver.

De gespleten eigen wereld als tegenpool van de banale en gewone wereld

“Mijn hele volwassen leven al ben ik betrokken op de maatschappelijke werkelijkheid,” zegt Charles Ducal bij het begin van ons gesprek, “behalve op het gebied van de poëzie. Aan de ene kant was ik als student al politiek geëngageerd, aan de andere kant schreef ik poëzie die wegliep van de werkelijkheid. Ik maakte een strikte scheiding tussen die twee”.

Charles Ducal is germanist, leraar op rust en gerenommeerd schrijver en dichter. In 2014 en 2015 werd hij aangesteld als Dichter des vaderlands. Van hem werd verwacht dat hij een aantal gedichten publiceerde die te maken hadden met de toestand van het land. Het werk van Charles Ducal kenmerkt zich door een grote maatschappelijke betrokkenheid.

Voor de jonge Charles Ducal betekende poëzie vooral het ontwikkelen van een wereld als tegenpool van de banale en gewone wereld.

“In mijn debuutbundel ‘Het huwelijk’ is die tegenstelling uitgewerkt in de relatie man-vrouw, waarbij de vrouw de werkelijkheid van het dagelijks leven vertegenwoordigt, terwijl de man daarvan wegvlucht in een alternatieve werkelijkheid, de poëzie. Het centrale thema voor mij was toen de tweespalt tussen verbeelding en werkelijkheid.”

Het milieu van poëten en intellectuelen tegenover de werkelijkheid

“Het zich opsluiten in een aparte wereld van de poëzie leidde tot geestelijke armoede. Het gedicht ‘Werkelijkheid’ ontstond vanuit dat besef en was een roep naar licht en lucht. Het betekende het opgeven van de mentaliteit om buiten de werkelijkheid te gaan staan en te denken dat dat de goede manier is om creatief te zijn. Ik voelde dat het raam open moest om niet op een dood spoor te belanden. Op die manier kwam ook de maatschappelijke werkelijkheid binnen. Vooral het lezen van Bertolt Brecht heeft mijn neus in die richting geduwd en mij geleerd dat poëzie ook over arbeid, armoede en oorlog kan gaan. Ik heb van hem lang geleden ooit een aantal gedichten vertaald.”

Behalve voor het schrijven zelf betekende die kanteling voor Charles Ducal ook een verruiming van de kring waarin hij werkte, de gesloten wereld van recensenten, schrijvers en poëten, waarin de verbinding van poëzie met sociaal engagement vaak gezien wordt als de kortste weg naar slogantaal. Hij kwam nu ook in de vakbondspers en De Wereld Morgen, bij Hart boven Hard en 11.11.11. met gedichten over arbeid, vluchtelingen, de oorlog in Irak, Palestina, Congo, enzovoort.

“Die evolutie betekent niet dat ik strikt persoonlijke thema’s schuw. Ik heb van in het begin veel geschreven over de kindertijd bijvoorbeeld en dat thema blijft me inspireren. Maar die krampachtige gespletenheid is weg, de muur tussen de dichterskamer en de wereld daarbuiten. Met die gespletenheid heb ik lang geworsteld. Het is ook een proces van zelfkennis en relativering. Achter de vrees de ‘zuiverheid’ van de poëzie te besmetten met de werkelijkheid zit veel ijdelheid en een elitaire opstelling. Alsof je je poëzie niet zou kunnen voeden door naar buiten te gaan en naar de mensen te luisteren. Zonder die evolutie was ik nooit Dichter des vaderlands geworden.”

Maatschappelijke betrokkenheid creëert er een dimensie bij

“Mijn aanvankelijke overtuiging dat poëzie zich ver moet houden van sociale thema’s was sterk beïnvloed door Herman Gorter, die na zijn intrede in de politiek in zijn zogenaamde ‘socialistische verzen’ soms wel heel boodschapperig werd. Dat gevaar bestaat dus wel, maar het hoeft niet per se zo te zijn. Door het meenemen van maatschappelijke elementen komt er een dimensie bij. Het is ook een kwestie van hoe je tegenover de lezer staat. Poëzie is maar belangrijk als die effectief ook gelezen wordt. Maar dan moet je je niet boven de mensen gaan stellen en je afsluiten van de maatschappelijke werkelijkheid waarin zij leven.”

“Er is ook een heel persoonlijk aspect aan dit alles. Doordat je een ruimer perspectief krijgt, word je weerbaarder tegenover tegenslagen die een drama zijn als je in je cocon opgesloten blijft. Een negatieve recensie bijvoorbeeld. Als je met je poëzie contact krijgt met de sociale werkelijkheid, werkt dat gezond relativerend. Je wordt gevoeliger voor wat andere mensen meemaken en dat biedt een ruimer perspectief dan wat je alleen maar in de krant leest. Ook een gedicht vraagt een context die er betekenis aan geeft.”

Auteur: Jan De Paepe | Foto’s: BelgaImage, Merlijn Doomernik

Werkelijkheid

Toen de lucht op was verdwenen de dingen.
De meubels stonden gedacht, louter schimmen
van ambacht en hout. Ik hield een pen in de hand,
maar kon mij het doel niet herinneren.
Er scheen licht, maar dat lag aan de lamp.

Of omgekeerd. Alle verklaring was opgebrand.
De boekenkast vol, maar zonder gewicht.
Zodra ik er mij op beriep, vielen de letters
als zand van de bladen. De spiegel keek wit
van schrik naar de kamer, die barstte,

scherven van een onleesbaar gedicht.
Zo geschiedde in alle kamers waarin ik
was opgesloten, in theorie. Elke deur
vastgezogen door niets, het luchtledige.
Alsof niet achter de deur de materie

met duizend handen de werkelijkheid schiep.