MARTE BILLEN HOUDT GENDER OP DE ACV-AGENDA
Sinds enkele maanden is Marte Billen de nieuwe genderverantwoordelijke van het ACV. Vanuit die functie wil ze werken aan gelijke kansen voor mannen en vrouwen op het werk. Wij nodigden haar uit voor een gesprek over inclusiviteit, quota en barrières.
Kiezen voor een job als genderverantwoordelijke is geen neutrale keuze. Waarom zette je die stap?
Marte: “Het thema boeit me. Ook al tijdens mijn opleiding. Ik haalde een master in Gender and diversity. Daarna ben ik in het jeugdwerk beland. Ook daar bleef ik erg bezig met het thema. In mijn vriendenkring is het een belangrijk thema. Het gaat verder dan de discussie over mannen en vrouwen. Niet iedereen voelt zich thuis in die strikte opsplitsing. Kunnen zijn wie je bent is belangrijk, dat was ook het thema van de Warmste Week vorige maand. Iedereen moet zijn eigen unieke of rare zelf kunnen zijn. Ook op het werk. Het maakt toch eigenlijk niet uit wat je bent, als je job maar klopt.”
Op vlak van m/v hebben we toch al veel bereikt?
Marte: “ Die opmerking hoor ik vaak. Het klopt natuurlijk. Als je vergelijkt met waar we vandaan komen, zijn er al veel stappen gezet. We zitten niet meer in de jaren ’50. Maar er is nog altijd veel discriminatie, al denken veel mensen dat we al verder staan. Denk maar aan de loonkloof. Die is er nog altijd. Dat is een reëel probleem, want of we dat nu leuk vinden of niet, je hebt voldoende inkomen nodig om financiële onafhankelijk en gelijke kansen af te dwingen. En er is ook nog altijd een glazen plafond. Er is nog altijd geen gelijke doorstroom naar hogere functies. Vrouwen nemen nog altijd meer zorgtaken op zich. Er is dus nog heel wat werk. Ik ben blij dat het ACV terug een genderverantwoordelijke in dienst heeft. En niet alleen omdat ik dat ben (lacht).”
“Feminisme is beter voor iedereen”
Hoe bevalt het ACV je?
Marte: “ Het is veel groter en massiever dan ik aanvankelijk dacht. Het is echt een gigantische organisatie, met enorm veel lagen, afdelingen en dimensies. Een beetje een doolhof als je pas begint, maar je leert er wel veel bij. Over pensioenen bijvoorbeeld, waar we nu een campagne rond hebben opgezet. Want ondanks alle vooruitgang gaapt ook daar nog een kloof tussen mannen en vrouwen.”
Wat zijn voor jou belangrijke klemtonen in het genderdebat?
Marte: “ Ik werk natuurlijk verder op de legacy van mijn voorgangster Jolien Pollet. Zelf geloof ik sterk in intersectioneel werken of kruispuntdenken: niemand heeft één identiteit. Een vrouw is niet alleen ‘vrouw’. Ze is ook werknemer, jong, gekleurd, … Er zijn altijd heel veel factoren die iemand definiëren. Dat vind ik ook zo interessant aan mijn werk bij het ACV. Ik kom er in contact met heel veel verschillende realiteiten. Ik ontmoet er mensen uit het onderwijs, uit arbeiderscentrales, maar ook hoogopgeleiden en leidinggevenden. In al die contexten botsen vrouwen, maar natuurlijk ook andere kansengroepen, op barrières. Het is heel boeiend om met al die verschillen aan de slag te gaan. We kunnen veel van mekaar leren. Good practices uitwisselen. Manieren vinden om het thema aan te kaarten of bespreekbaar te maken. Zo hebben bijvoorbeeld de collega’s van de onderwijs-centrale een heel plan opgesteld. Misschien kunnen anderen daar ook wel wat van opsteken?”
Waar zie jij kansen om te werken aan een beter genderevenwicht?
Marte: “Feminisme is beter voor iedereen. Voor vrouwen, voor mannen, voor bedrijven… Het is goed om diversiteit in huis te hebben. Maar het vergt ook een open instelling. Het gaat verder dan quota of excuustruzen. Het gaat over een inclusief beleid, waar mensen zich comfortabel voelen. Meetings op gezinsvriendelijke uren zijn voor iedereen toch beter? Om mensen echt kansen te geven is het belangrijk dat bedrijfsculturen zich openstellen en mensen de kans geven om voor die job te kiezen. Dat gaat dan niet alleen om mannen en vrouwen, maar ook over kleur, disability… Als je overal alleen maar witte mannen ziet, blijft de drempel voor een gekleurde vrouw groot. Dan zie je niet wat je allemaal kan bereiken.”
Never Work Alone 2022 | Auteur: Jan Deceunynck | Foto: Daniël Rys