WERKGEVERS EN WERKNEMERS MOGEN BEST WAT MEER SAMEN HET SOCIAAL OVERLEG PROMOTEN
Op 3 mei 2020, in volle coronacrisis, startte Rudi Delarue als kersverse voorzitter van de Nationale Arbeidsraad (NAR). Hij ademt sociale dialoog en werkte mee aan tal van tastbare afspraken op nationaal, Europees en internationaal niveau. Tijdens ons gesprek beklemtoont hij meermaals de reële meerwaarde van sociaal overleg en illustreert hij het belang voor ons werk en de wijze waarop we in België en Europa ons leven vorm geven.
“Mijn intrede in deze job zal ik niet snel vergeten. Op dat moment waren de sociale partners samen met de regering hard aan het werk om werknemers en werkgevers door de moeilijke coronaperiode te loodsen. Dagelijks hielden we besprekingen via video, zoals zovelen onder ons in die periode. Voor het eerst onderhandelden we cao’s via elektronische weg.” Cao 149 over het telewerk tijdens corona zag in die periode het licht.
Geen zekerheid zonder regels
In de NAR overleggen vakbonden en werkgevers op een gestructureerde manier op nationaal vlak over arbeid, werkgelegenheid én sociale zekerheid. Het is dé plaats waar cao’s worden afgesloten die van toepassing zijn op álle werknemers en werkgevers in ons land. “Heel veel regels over het arbeidsrecht en bescherming op het werk die ooit tot stand kwamen, zijn gebaseerd op het werk en het eenparig advies van de sociale partners in de NAR. Denk aan regels over de arbeidsovereenkomsten, verloven, arbeidsduur, moederschapsbescherming, basisbepalingen over welzijn op werk, privacy in de wereld van het werk, landingsbanen…”
“Geen zekerheid zonder regelend kader – noch voor werknemers, noch voor werkgevers,” voegt Rudi er aan toe. Binnen de NAR leggen de sociale partners ook kaders vast via nationale akkoorden: “Denk aan het minimumloon, cao 5 over de bevoegdheden van de vakbondsafvaardiging en cao 9 over de informatie en consultatie binnen de bedrijven en instellingen.” Er is ook een nauwe wisselwerking tussen de interprofessionele kaders en de afspraken in sectoren en ondernemingen. Dat neemt niet weg dat er nood is aan een voortdurende actualisering van bestaande regels en praktijken. Ook hier speelt het sociaal overleg een grote rol.”
Geen sexy imago
Ondanks de grote relevantie, heeft sociaal overleg geen sexy imago en wordt het vaak gesimplificeerd voorgesteld, volgens Rudi. Dat heeft een impact op de geloofwaardigheid en het draagvlak. “In de algemene media, in de sociale media maar ook in de politiek wordt vaak op héél elementaire wijze gesproken over sociaal overleg. Het wordt voorgesteld als traag en niet meer van deze tijd. Steeds dezelfde opiniemakers, ook uit de academische wereld, krijgen een forum en vermengen feiten met persoonlijke meningen. Het bestaande wetenschappelijk onderbouwd verhaal over de meerwaarde van goede arbeidsverhoudingen op alle niveaus – nationaal, sectoren en in ondernemingen – verdient meer aandacht.”
Nochtans maakt sociaal overleg het verschil, legt Rudi uit. “Beleidsmakers die arbeidswetten maken buiten de sociale partners om, komen vaak van een kale reis terug. Zo werd de regeling ‘cash for cars’ door het Grondwettelijk Hof vernietigd, net zoals de regeling over het verenigingswerk, omdat het regelrecht ingaat tegen de grondwet, het Europees recht en internationale verplichtingen.”
“Sociale partners zouden meer kunnen doen om samen het sociaal overleg in een relevant daglicht te zetten.” Rudi beaamt dat sociale media en sommige lobby’s het hen niet makkelijk maken. “Toch is er ruimte om in het algemeen discours samen op te trekken en de meerwaarde van sociaal overleg tastbaar te maken.”
Coaching
De kersverse voorzitter van de NAR heeft al vele waters doorzwommen. Hij maakte kennis met verschillende leidinggevenden en HR-inzichten. Leidinggevenden die hem het meest inspireerden, waren de coaches met oog voor de kwaliteiten, kennis en ervaring van hun medewerkers. “Ik heb al erg veel leidinggevenden op verschillende niveaus gehad. Je hebt er die de neiging hebben om de boel te hervormen zonder eerst hun oor te luisteren te leggen over de sterke en zwakke punten. Ik heb een hekel aan leidinggevenden die lief zijn voor leidinggevenden boven hen maar niet voor de werknemers onder hen.” Hij wijst op het belang van een degelijk beleidskader rond ondersteunend leidinggeven.
“In verschillende cao’s en EU-kaderakkoorden vinden we referenties. Een intergenerationeel personeelsbeleid, een stressbeleid, digitale transformatie… Ze kunnen niet zonder coaching en aansturing.”
Vóor Rudi naar de NAR kwam, was hij jaren actief op Europees en internationaal niveau. Kort voor zijn overstap gaf hij richting aan het Brexit-akkoord inzake arbeids- en sociale normen. Hij werkte mee aan de integratie van arbeidsnormen in en van de betrokkenheid van sociale partners bij handelsakkoorden. In Europa heeft het sociaal overleg aan belang gewonnen en dat is volgens Rudi mee de verdienste van het Belgisch sociaal overleg. “We worden voor ons nationaal kader rond telewerk benaderd door Nederland, Luxemburg, de Spanjaarden, Portugezen en Italianen… Laten we dus maar eens wat meer de nadruk leggen op wat wel werkt en wat minder bescheiden zijn.”
Er ligt de komende periode nog heel wat op de plank van de sociale partners: de genderdimensie in verlofstelsels, de intergenerationele loopbaanbenadering, pensioenen, telewerk, herstructureringen onder meer als gevolg van covid of klimaat, de uitvoering van de bestaande voorstellen over return to work voor langdurig zieke werknemers, sociaal verantwoord ondernemen en duurzame mobiliteit… De agenda blijft goed gevuld.
Never Work Alone 2021 | Auteur: Sandra Vercammen | Afbeelding: Daniël Rys