“De connectie tussen mens, organisatie en technologie is de rode draad door mijn professionele leven”

Ezra Dessers, verbonden aan het HIVA – het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven in het project Paradigms 4.0 –onderzoekt de relatie tussen nieuwe technologieën, de organisatie van het werk, vaardigheden en participatie. Onze nieuwsgierigheid gaat uit naar de man achter deze job. Wie is hij en wat drijft hem?

Kader: Waarom doe je wat je doet?
Dessers: Door kansen te grijpen en andere te laten schieten, zeker? Zo heb ik in 2007 mijn statutaire benoeming bij de overheid verlaten om voor het onzeker statuut van doctoraatsonderzoeker te kiezen. Vandaag ben ik bij het HIVA onderzoeksleider Mens, Organisatie en Technologie, en ik merk nu dat de connectie tussen die drie elementen zowat de rode draad is geweest door alles wat ik tot hiertoe professioneel gedaan heb: als jonge onderzoeker die met prille informatietechnologie aan de slag ging; in de uitbouw en het beheer van een organisatiebreed geografisch informatiesysteem voor een provinciebestuur; in mijn doctoraatsonderzoek naar de uitwisseling en het gebruik van geografische informatie in de publieke sector; en als coördinator van onderzoeksprojecten over innovatie in de zorg en in de industrie.

Kader: Is je kinderdroom uitgekomen?
Dessers: Als klein kind had ik geen specifieke droom om iets te worden. Ik dacht misschien dat ik al iets was, om Toon Hermans te parafraseren. Toen ik als tiener op stap begon te gaan vond ik het wel een aantrekkelijk idee om zelf ooit een café te openen: goeie muziek draaien, lekkere drankjes serveren, toffe bands laten optreden. Dat een café runnen ook hard werken is had ik toen nog niet in de gaten.

Kader: Zou je vandaag dezelfde studiekeuze maken?
Dessers: De keuze voor Latijn-Griekse humaniora leidde bijna vanzelf naar humane wetenschappen. Maar een studiekeuze gebeurt op bepaald moment in bepaalde context. Ik heb meteen na het behalen van mijn sociologiediploma een jaar stedenbouw en ruimtelijke planning gestudeerd, en enkele jaren later heb ik nog een masterdiploma informaticatechnologie gehaald in weekendonderwijs. En in 2012 dan een doctoraat in de Sociale Wetenschappen.

Kader: Wat geeft extra energie in je job?
Dessers: Ik werk graag alleen in mijn bureau aan een artikel of onderzoeksontwerp, maar het is toch vooral de samenwerking met andere onderzoekers, en met mensen uit de praktijk, over grenzen van disciplines heen, die mij energie geeft. Ik werk ook heel graag in een internationaal kader: contacten met buitenlandse onderzoekers, regelmatig reizen, bezoekers ontvangen in Leuven… Ook begeleiding van studenten en jonge onderzoekers is fijn.

Kader: Wat heb je uit je ervaringen in het buitenland meegenomen?
Dessers: Wat opvalt is de uniformiteit in wereldwijde academische cultuur. Een faculteit, onderzoeksgroep of wetenschappelijke conferentie ziet er in grote lijnen hetzelfde uit, of je nu in Mexico of Taiwan terechtkomt. Ik wil daarom uit die cocon breken, door met mensen die ik ontmoet over hun leven, gezin, en hobby’s te praten, en door met hen de samenleving in te duiken. Ik heb ook geleerd dat door een week op dezelfde plek te blijven je vaak meer leert over het land dat je bezoekt, dan door intensief rond te reizen en de toeristische highlights af te werken.

Kader: Wat laat je ginder?
Dessers: Enkele jaren geleden woonde ik met mijn gezin 6 maanden in Singapore, een fascinerende, maar drukke en dichtbevolkte stad. Bij onze terugkeer viel het vooral op hoe rustig het leven is in Kessel-Lo. Singapore blijft een geweldige stad, maar de alomtegenwoordige drukte lieten we toch liever ginder.

Kader: Hoe kom je bij na een lange werkdag?
Dessers: Ik woon op een kwartiertje fietsen van het werk. Ik neem elke avond wel even mijn gitaar of accordeon. Ik ben al sinds mijn studententijd met muziek bezig. Tegenwoordig speel ik in de akoestische band ‘David & de Idealen’, en ik post ook af en toe een liedje op sociale media.

Kader: Wat zullen we over 50 jaar onbegrijpelijk vinden?
Dessers: We zullen met enige meewarigheid terugkijken op de paniekverhalen over de robots die al ons werk zouden afpakken. De econoom Keynes voorspelde in 1930 dat zijn kleinkinderen nog slechts 15 uur per week zouden moeten werken, dankzij nieuwe technologie en stijgende productiviteit. Als we tevreden zouden zijn met de gemiddelde levensstandaard van 1930 zou 15 uur werken vandaag inderdaad volstaan, maar we werken liever langer om een hogere levensstandaard te verwerven. En blijkbaar staat er geen limiet op het menselijk vernuft om nieuwe producten en diensten te bedenken, waarvoor weer nieuwe jobs nodig zijn. Er is vanzelfsprekend blijvende aandacht nodig voor de sociale gevolgen voor mensen wiens beroep verdwijnt of grondig verandert. Ook de werkbaarheid van de nieuwe jobs, en de groeiende sociale ongelijkheid zijn terechte bezorgdheden. Maar dat beroepen komen en gaan is van alle tijden.

Ezra studeerde Sociologie, Planologie, en Informaticatechnologie. Hij behaalde in 2012 een doctoraat in de Sociale Wetenschappen, over het gebruik en de uitwisseling van digitale geografische informatie in de publieke sector. In 2014 werkte hij aan de National University of Singapore. Sinds 2014 is Ezra deeltijds docent aan de faculteit Sociale Wetenschappen. Hij bestudeert jobs, teams, organisaties, organisatienetwerken en ecosystemen, met bijzondere aandacht voor kwaliteit van de arbeid en de rol van technologie.

Auteur: Sandra Vercammen | Foto: Shutterstock en eigen foto